Opmerkelijke delen

Zuilen

Het meest in het oog springende deel van het landhuis is wel de midden-voorgevel, die zeer kenmerkend is voor de Engels neo-Palladianistische bouwstijl.
Vier grote ronde zuilen van zo’n zeven meter hoog ondersteunen het grote driehoekige dakgedeelte met de klok en de goudkleurige naam. Deze zuilen en de erop rustende gevel zijn in 1809 gebouwd door Maurits Jacob Eyck.
Waar de zuilen het dak ondersteunen, zijn ze afgewerkt met natuurstenen kapitelen met eikenblad-motieven.

Eyckenstein_Zuil_Kapiteel
Eyckenstein-zuilen

Terras

Achter de vier zuilen aan de voorzijde van het landhuis ligt een terras. Op de vloer daarvan zijn vier diermotieven in mozaïek uitgebeeld (zie foto’s hieronder).
Waarschijnlijk is dit mozaïek aangelegd tijdens de verbouwingen door Willem Carel in de jaren 1880 – 1883, omdat de hier gebruikte patronen over het algemeen pas na 1870 gebruikt werden.

Langs de linker- en rechterzijde van het terras staan twee balustrades. Dit zijn restanten van balustrades die oorspronkelijk langs de dakranden hebben gestaan.

Eyckenstein_Terrasbalustrade_20081117
Leeuwmotief
Leeuwmotief
Draakmotief
Draakmotief
Arendmotief
Arendmotief
Vismotief
Vismotief

Klokkenstoel

Het hoogste punt van Eyckenstein wordt gevormd door de kenmerkende klokkenstoel op het dak, staande op acht poten. Hij is van hout met een kap van zink erop. De klokkenstoel is omstreeks 1820 geplaatst door Maurits Jacob Eyck. Aanvankelijk was het een wat smallere klokkenstoel met zes poten, zoals op de tekening uit 1820 en de aquarellen uit 1799 te zien is, maar later heeft Maurits Jacob Eyck er een grotere klokkenstoel met acht poten op gezet.
Oorspronkelijk hingen er twee bellen in, die via een mechaniek met de klok in de voorgevel verbonden waren. De ene bel luidde op de hele uren en de andere op de halve uren. Behalve de genoemde bellen in de klokkenstoel heeft er nog een derde bel vlakbij de klokkenstoel gehangen, die geluid werd wanneer het bijvoorbeeld etenstijd was. Deze bel was met een lang touw van binnenuit te bedienen. De bel is nog steeds in huis aanwezig, maar is niet meer in gebruik. (zie foto).

Op de klokkenstoel staat een windvaan van Sint Maarten. Sint Maarten is de beschermheilige van de stad Utrecht. Meerdere eigenaren van Eyckenstein hadden een band met Utrecht. Sint Maarten is ook de beschermheilige van de armen. De naam Maartensdijk is afkomstig van de heren van de Dom die de dijk langs de meest noordelijke dwarsdijk in het gerecht Oostveen, de Oostveense vaart, naar hun patroonheilige St. Maarten vernoemden. Sint Maarten wordt op twee manieren afgebeeld. Ten eerste als Romein in harnas. Bij deze afbeeldingen geeft hij vrijwel altijd de helft van zijn mantel aan de bedelaar. Ook wordt hij voorgesteld als bisschop met een bedelaar aan zijn voeten. Op Eyckenstein is dit laatste het geval.

Moorse kamer

Voordat Willem Carel van Boetzelaer in 1878 het landhuis betrok, maakte hij een reis door het huidige Midden-Oosten, waar hij zeer onder de indruk van de Moorse stijl raakte. In zijn nieuwe huis liet hij in de oostvleugel een kamer in Moorse stijl aanleggen. Het terras werd bij het huis betrokken en met maken van ramen en togen met ronde en uivormige openingen, een plafondbeschildering en lambriseringen was de nieuwe look compleet.

Kamer van Meta van Boetzelaer - van Schuylenburch, Moorsche kamer, omstreeks 1900? (handschrift R.W. van Boetzelaer, geb. 1918)