Eyckenstein in het Rampjaar 1672

2022-09

Het jaar 1672 was het begin van de Hollandse Oorlog, waarin de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden werd aangevallen door Engeland, Frankrijk en de bisdommen Münster en Keulen. Deze roerige tijden gingen ook aan Eyckenstein niet voorbij.

Door Anne Doedens

 

Afbeelding boven: Een prent uit ‘Schouburgh der Nederlandse Veranderingen’, een serie van zes indrukwekkende tekeningen over 1672 van Romeyn de Hooghe (Amsterdam 1674). Romeyn de Hooghe laat in zes prenten zien hoe zwaar de strijd was en hoe gelukkig de afloop. (Bron van deze plaat: Het Utrechts Archief.)

 

In juni 1672 vielen de Fransen het gewest Utrecht binnen. Dat werd dit jaar – 2022, drie-en-een-halve eeuw na dato – herdacht. Nederland dreigde door meer dan 100.000 man vreemde soldaten onder de voet te worden gelopen. Lodewijk XIV en zijn leger vestigden zich na de inval in Zeist. Vandaaruit stroomde een massa vooraanstaande Franse edelen en militairen de Domstad in. Hun aanvoerders werden meer dan vriendelijk ontvangen. Het Utrechtse vroedschapslid Carel Martens noteerde bijvoorbeeld op 22 juni over zo’n warm onthaal: ‘Om twaalf uur heb ik de Franse kardinaal De Bouillon in zijn kardinaalsgewaad samen met de hertog van Auvergne zien eten in het huis van mijnheer Gerobulus’. Een ander lid van de Utrechtse elite, Everard Booth noteerde op die dag: ‘De hertog van Bouillon [dezelfde als de hiervoor genoemde Bouillon] […] ging logeren ten huize van mijnheer de muntmeester Gerobulus.

Deze zo voor de Fransen buigende gastheer was de Utrechtse notabele Johannes Gerobulus (omstreeks 1605-1679). Dat valt op te maken uit het dagboek van dezelfde Everard Booth. Johannes Gerobulus was vanaf 1651 eigenaar van de hofstede Eyckenstein in Maartensdijk en tussen 1642 en 1662 muntmeester van het gewest Utrecht.
Ook na 22 juni bleven bleven de attenties van de heer van Eyckenstein voor de Franse bezetters onverminderd doorgaan: We lezen in de notities van Martens: ‘De 25ste juni is [mijn broer] Jacob […] met de heer Gerobulus een geschenk gaan brengen naar de hertog van Bouillon, te weten vier mooie zwanen. We hadden het daar de vorige dag nog over gehad en de hertog had er heel veel trek in.

Maarschalk Luxemburg, ofwel Frans van Montmorency (1628-1695), die in 1673 in Maartensdijk bivakkeerde. (Bron: collectie paleis Versailles.)

 

Het jaar daarop betaalde Gerobulus voor zijn collaboratie. Troepen van prins Willem III onder leiding van kapitein Floris Uyttenbogaert waren, zo schreef Booth, ‘’s avonds om ongeveer elf uur met dertig man maar Maartensdijk gekomen, naar het landgoed van mijnheer Gerobulus. Daar stond een jongen op wacht die zwaar gewond werd [door de Prinsgezinde troepen]. In het bakhuis bevond zich een bewakingseenheid van boeren die werd aangevallen. Een van hen werd doodgeschoten. Het huis werd geplunderd en de Franse bezetting van het huis werd meegenomen naar het kasteel van Abcoude. Uyttenbogaert geeft voor, zich door dit heldenstuk te willen wreken voor de schade van het omhakken van de bomen [door de Fransen] op de hofstede van zijn moeder [in Abcoude]. Het gerecht Oostveen [Maartensdijk] zal losgeld moeten betalen om de gegijzelden vrij te krijgen, voor een geldswaarde van drie boerderijen.

Kasteel van Abcoude waarvoor de prinsgezinden wraak namen op Eyckenstein. (Bron: Utrechts Archief)

 

Het landgoed Eyckenstein bleef tot 1721 in handen van de familie Gerobulus. Opvallend is dat Everard Booth toen hij zijn dagboek schreef, getrouwd was met een Gerobulus: Cornelia. Dit illustreert hoe onderling verweven de families van de Utrechtse families waren.

Meer informatie over het Rampjaar? Zie Online Museum De Bilt. Onlinemuseum verzorgt ook een reizende expositie die in herdenkingsjaar 2022 langs de kernen van de gemeente De Bilt en het Veenmuseum in Tienhoven gaat.

Anne Doedens is redacteur van Online Museum De Bilt. Over hem en zijn werk: www.annedoedens.com.