Herinneringen aan de ANWB-Landgoedkampen
2019-12
Vrijwilligers zijn van alle tijden. Tegenwoordig hebben we op het landgoed de verschillende vrijwilligersgroepen. Maar ook in de tweede helft van de vorige eeuw waren er op Eyckenstein vrijwilligers actief. Het was in die tijd wel iets anders georganiseerd. Enkele kinderen van toen blikken terug op de jaren ’60 en ‘70.
In 1965 is de ANWB begonnen met het organiseren van Landgoedkampen. De opzet in die tijd was dat ANWB-leden met hun gezin een weekend op een landgoed konden kamperen en dat ze meewerkten aan het onderhoud van het landgoed. Dat eerste jaar hebben er 11 landgoederen aan meegedaan, in 1966 waren dat er al 22. Baron Van Boetzelaer van Landgoed Eyckenstein heeft in 1966 voor het eerst meegedaan en begeleide de vrijwilligers vele jaren. Er waren altijd veel jonge gezinnen en dus ook veel kinderen. Aanvankelijk waren het alleen de mannen die meewerkten, maar de emancipatie deed z’n intrede waarna ook enkele vrouwen gingen meewerken. Soms werkten de kinderen wel eens mee, maar meestal gingen die met elkaar spelen. Regelmatig speelden ook de kinderen van baron Van Boetzelaer mee.
In het jaarverslag van 1966 van de ANWB schrijven alle deelnemende landgoedeigenaren een stukje over de werkzaamheden op hun landgoed. Bij Eyckenstein valt te lezen:
De kampeergelegenheid was op het grote grasveld in het Springer-park. Alle tenten en caravans stonden in een grote kring om het veld heen. In het midden van het veld heeft er tientallen jaren een kampvuurplek gelegen, waar de kampeerders ’s avonds knus omheen zaten, terwijl ze op stokken gespietste worsten boven het vuur gaarden. In het zomerseizoen kwamen de deelnemers elke twee weken. Het was een hele stabiele, hechte groep, met slechts weinig wisselingen.
Takken afvoeren…
…en verbranden.
Ook als het regende, ging het werk gewoon door.
Tot in de jaren ’80 heeft dit concept zeer goed gewerkt, tot volle tevredenheid van landgoedeigenaar en kampeerders. Eind jaren ’70 maakten de vakbonden bezwaar tegen dit concept. Ze vonden dat dit onbetaald werk was, waardoor andere mensen zonder werk kwamen te zitten. Uit een dissertatie van M.F.A. Linders-Rooijendijk, die in opdracht van de ANWB haar geschiedenis van 1883 tot en met 1983 heeft beschreven: “In 1979 is bovendien binnen de directie besloten niet langer produktiewerk te verrichten in landgoedkampen. Men acht het niet juist dat in tijden van schaarse werkgelegenheid professionele werkzaamheden worden verricht door vrijwilligers. Ook de vakbonden hebben zich er al kritisch over uitgelaten. Een aantal landgoedeigenaren blijkt niet bereid of in staat ander dan produktiewerk aan te bieden, zodat de ANWB daarop besluit het aantal kampen te beperken.” Ook op Eyckenstein is de ANWB toen gestopt met het organiseren van de landgoedkampen. Omdat hier echter een goed draaiend ‘systeem’ was opgezet, heeft dit nog tot in de jaren ’80 stand kunnen houden, weliswaar zonder verdere bemoeienis van de ANWB en met een steeds kleiner wordende groep.
Soms hielpen de kinderen ook mee met het werk.
In de vrije tijd werden er veel gezamenlijke activiteiten gedaan, voor zowel de kinderen als de volwassenen. Alle avonden gezellig rond het kampvuur worsten braden, overdag sportactiviteiten en spelletjes en natuurlijk heel veel lekker kletsen.
Overdag fanatiek volleyballen.
En ’s avonds heerlijk worsten braden.
Ook baron Van Boetzelaer was wel te porren om af en toe een spel mee te spelen.
Hoe kijken de kinderen van toen nu terug op die tijd?
Enkele jaren geleden is er een Facebook-groep opgericht, waar alle toenmalige deelnemers van de landgoedkampen op Eyckenstein lid van kunnen worden. Hierop zijn veel oude foto’s met elkaar gedeeld. Het is duidelijk dat de tijd op Eyckenstein voor veel van deze kinderen een belangrijke rol in hun leven heeft gespeeld, waar ze nu nog met veel plezier naar terugkijken.
Eén van de kinderen van toen:
“Ik ben in 1972 voor het eerst komen kamperen op Eyckenstein, met een eigen tentje in de jeugdhoek. Die was toen best gezellig. Er waren toen ook best veel jongeren, onder andere een gezin met vier kinderen, twee gezinnen met drie kinderen, drie gezinnen met twee kinderen. Er gingen wel eens families weg maar daar kwamen dan weer anderen voor terug. De jeugdhoek bleef.
We liepen ook vaak een rondje door de bossen, koffie brengen naar de mensen die in het bos gingen werken op zaterdag. Ook gingen we naar het zwembad als het mooi weer was, dan liepen we daar naartoe door het bos, door Lage Vuursche, langs Drakensteyn en dan rechts het zandpad op naar de Provinciale weg, die oversteken en dan waren we er bijna. We zijn ook nog eens naar Hilversum gelopen met een groep jongeren, naar het huis waar toen Veronica in zat met een replica van het schip in de voortuin.
’s Avonds de kampvuren, gezellig met z’n allen eromheen, het soep maken van kippen die niet gaar werden, de barbecues en het volleyballen ook altijd leuk. Jong en ouder hadden daar op het landgoed veel plezier. We zijn nu zelf allemaal bijna middelbaar, haha.
We hebben ook nog eens een reünie gehad, eerst in 1982 of 1983, later nog ergens in 1985 of 1986. Dit was toch wel erg leuk, heb hier ook nog foto’s van en misschien zien we elkaar nog wel eens, dat zou toch wel leuk zijn.
Verjaardagen werden ook altijd goed gevierd met de kruiwagen het veld over en iedereen er achter aan met pannen en lawaai dingen wat een feest. En dan de eindejaarsweekenden met spelletjes en een afsluiting voor de ouderen en de oudere jongeren in de Mauritshoeve, ook altijd leuk en gezellig. Ik heb er in ieder geval een hele leuke tijd gehad en had dit niet willen missen.”
Het is duidelijk dat het supergezellig was.
Een ander kind van die tijd:
“Vaders die op zaterdag met de baron meegingen om in het bos te werken en wij mochten ook wel mee. Halverwege de ochtend kwamen dan de thermoskannen met koffie die de achtergebleven vrouwen hadden gezet.
Op houten banken rond het kampvuur zitten, hier heb ik leren volleyballen, met elkaar door de bossen zwerven (ook in het donker), met een hele groep kinderen naar het Veronica-gebouw gelopen, omdat we dat weleens wilden zien, de Mauritshoeve, de wachten van Drakensteyn proberen aan het lachen te krijgen wanneer we lopend naar het zwembad gingen (gelukkig werden we tegen de avond wel met auto’s opgehaald), wc-tentje met een schep ernaast, in bomen klimmen. Wat hebben we ons vermaakt. Hier leerde je wat echt kamperen was. Een paar prachtige jaren.”