Spontane ontwikkeling van zeldzame soort veenmos ontdekt

2024-03

Bij het bekijken van de hoge waterstanden in de afgelopen periode deden we een verrassende ontdekking: spontane veengroei in het bos.

 

Veengroei is niet iets wat je in een bos op onze zandgrond met veel te lage grondwaterstanden zou verwachten. Vanwege de uitzonderlijk vele regen van de afgelopen tijd was Lex van Boetzelaer in januari op verschillende plaatsen foto’s van het hoge water aan het maken. Lex: “terwijl ik rondliep om een erg nat bosje heen, viel mijn oog ineens op een klein plukje veenmos. Omdat ik dat op Eyckenstein nog nooit gezien had, was ik meteen laaiend enthousiast!”.

 

Waarneming.nl

Zoals gebruikelijk plaatste Lex deze waarneming thuis op Waarneming.nl, waar hem een nog grotere verrassing te wachten stond. Lex: “Toen ik de eerste foto van het veenmos ge-upload had, kreeg ik via de automatische herkenning de melding dat dit met 100% zekerheid de zeer zeldzame soort Bosveenmos was. Mijn opwinding was toen helemáál niet meer te temmen! De automatische herkenning was wel iets te voorbarig. Ik heb een plukje van het veenmos naar Rudi Zielman, een admin (validator) van Waarneming.nl, opgestuurd. Na microscopisch onderzoek concludeerde hij dat het Violet veenmos was. Niet ‘zeer zeldzaam’, maar wel ‘zeldzaam’. Ook daarmee ben ik heel blij.”

Opgestuurde stengeltjes veenmos. (Foto: Rudi Zielman)

 

Violet veenmos

Rudi Zielman gaf nog een mooie uitleg over de verschillen tussen Bosveenmos en Violet veenmos: “Bij Bosveenmos zijn er per bundeltje (4-)5 takjes waarvan er 3 afstaan. Op de foto’s is te zien dat er 3 (-4) takjes zijn, waarvan er 2 afstaan. Verder zijn de blaadjes bij die soort op droge takjes fraai en sterk 5-rijig ingeplant. Tot slot (in deze foto serie) is het stengelblad van Bosveenmos sterk puntig, maar bij dit veenmos rond afgetopt met een rafeltje. Dat rafeltje is kenmerkend voor Violet veenmos, Sphagnum russowii. Het aardige van Violet veenmos is dat het vaak in broekbossen staat en als ik de foto’s die je op Waarneming gezet had voor ogen haal is dat op Eyckenstein het geval. Het is weliswaar en iets minder zeldzame soort, maar ook beslist niet algemeen (https://www.verspreidingsatlas.nl/3022). […] Lichte dennen opstanden zoals op de Heuvelrug zijn een goede plek voor Bosveenmos, licht broekbos voor Violet veenmos, en beide bostypen zijn aan het ‘rijpen’.” Op de vraag hoe dit veenmos hier terechtgekomen kan zijn: “Veenmossen kunnen uit heel kleine fragmenten uitgroeien en worden verspreid aan vogelpootjes, maar veenmossen hebben ook meer dan stoffijne sporen die op nieuwe plekken kunnen aanwaaien. Dus hoe het op Eyckenstein terecht gekomen is, zal een raadsel blijven.”

Over de vindplaats van dit veenmos doen wij geen uitspraak. Wij willen namelijk graag dat dit gebied volkomen met rust gelaten wordt, in de hoop dat het veen zich hier verder gaat ontwikkelen.

Microscopische foto van het stengelblad van Violet veenmos, dat rond is afgetopt (rechts). (Foto: Rudi Zielman)

 

Ontstaan van veengebieden

Landgoed Eyckenstein ligt op de Utrechtse Heuvelrug, een stuwwal die na de een-na-laatste ijstijd achtergebleven is. Na de laatste ijstijd kwam er warmere periode, waarin het zeewater en daardoor ook het water landinwaarts steeg. In de lager gelegen natte gebieden met name achter de duinen ontstond er in de loop van de eeuwen een dik pakket veen. Onderaan resten van allerlei water- en oeverplanten (laagveen), maar zodra dit pakket boven het grondwater uit groeide, kregen verschillende soorten veenmos de overhand (hoogveen). Ook de flanken en de lager gelegen delen van de Utrechtse Heuvelrug raakten hiermee bedekt.

 

Ontginningen

Omdat de bevolking van Nederland groeide en er steeds meer woonruimte en landbouwgrond nodig was, werden tussen 1000 en 1500 veel veengebieden in Nederland geheel of gedeeltelijk ontgonnen. Veen werd ook afgegraven om in gedroogde vorm als brandstof te worden verkocht. Landschappelijke sporen uit die tijd zijn de honderden parallelle slootjes en weilanden ten noorden van de stad Utrecht en ook vele andere delen in Nederland. Eeuwen geleden lag er ook over het huidige Eyckenstein een pakket hoogveen, maar hier is het veen tot op de arme zandgrond volledig afgegraven. Het gebied van Eyckenstein is in de tweede helft van de zestiende eeuw ontgonnen.

 

Herbebossingen

Om het verhaal dan maar even af te maken: Op het kale voedselarme zand dat tevoorschijn was gekomen, ontwikkelden zich heidevelden. Waarschijnlijk hebben hier herders met schaapskuddes rondgelopen, waardoor er steeds minder groeide. In Nederland leidde dit tot verstuivingen van zandgronden met soms ondergestoven dorpen tot gevolg. In de achttiende eeuw is men daarom begonnen met grootscheepse herbebossingen. Op Eyckenstein is dit ter hand genomen door de familie Eyck, die tussen 1777 en 1876 op Eyckenstein woonde.

Nadien is er nog veel veranderd. De aangeplante bossen zijn tot volwassenheid gekomen en enigszins verwilderd. Maar vooral de waterhuishouding is sterk gewijzigd. Vanaf de herbebossing is Nederland er altijd sterk op gericht om zo veel mogelijk water af te voeren, wat wenselijk was voor een productieve landbouw en bosbouw. En voor drinkwater worden er sinds die tijd ondergronds steeds grotere hoeveelheden drinkwater onttrokken. Hierdoor hebben we al jaren te maken met sterk verdroogde bossen (zie Sporen van overvloedig water in het landschap). Des te opmerkelijker is het dat er nu spontaan veen begint te groeien.